In PNG zijn meer dan 800 verschillende talen. Vandaar ook dat linguistics hier hun hart ophalen. De meeste stammen hebben hun eigen taal. Sommige talen lijken een beetje op elkaar, andere zijn totaal verschillend. Bij ons in het ziekenhuis worden heel wat verschillende talen gesproken door de patiënten. Gelukkig is er vaak wel een staff lid te vinden die dezelfde taal spreekt om te vertalen. De meeste dorpelingen spreken geen Engels namelijk. Naast al de verschillende stammentalen is tijdens de kolonisatie van de Australiërs een taal ontwikkeld om met de Engelstaligen te kunnen communiceren; Pidgen of Tok pisin. Tok Pisin is een beetje het Afrikaans van de Engelse taal. Sinds een paar weken hebben wij les in Tok Pisin en we lachen er heel wat af. De taal lijkt op Engels, maar alles wordt heel fonetisch geschreven en simpel gezegd. Zo is pekpek poepen, pispis plassen, kaikai eten en lukim yu bihain ik zie je later. Prachtig toch?! En dan deze; Yu inap tintin tumas; je moet niet teveel nadenken.
De taal die de stam rondom ons spreekt is Baimuru language. Dit spreken we maar een paar woordjes; puku ima goedemiddag, kepere ima goedenacht etc. In deze taal is het tellen een kunst op zich. Er zijn namelijk alleen maar woorden voor 1 (mono), 2 (deao) en 3 (iari). Daarna wordt het rekenen. 4=3+1 iari mono of 2+2 deamo deamo, 8=3+3+2 iair iari deamo etc. Op de vraag hoe je dan 99 kon zeggen werd gelachen. Dat zijn heel veel drieën achter elkaar, ofwel het is eigenlijk niet mogelijk.
Eigenlijk zou je denken dat PNGers goed zouden moeten kunnen rekenen als ze zo tellen, maar dat is dan weer niet het geval. Ik moet de eerste persoon nog tegenkomen die kan hoofdrekenen. Alles gaat op papier, zelfs de simpelste sommetjes. Dat zorgt soms wel voor lastige en zelfs gevaarlijke situaties in het ziekenhuis. Medicijnen die meegegeven worden naar huis worden uitgeteld per dag en dan in een zakje gestopt. Dus drie keer per dag een pil voor 5 dagen wordt per 3 in een zakje gestopt, eerst dag 1, dan dag 2 etc. Dat je aan het einde van de rit 15 pillen in het zakje hebt gedaan is voor sommigen een raadsel.
Wijnand en ik proberen beide tijdens de lessen die we regelmatig geven het wiskunde level een beetje bij te spijkeren. Dit resulteert in heel wat glazige blikken tijdens de les. Maar we houden vol…wie weet, op een dag valt het kwartje…
Vorige week zijn we een week op pad geweest met het patrol team. Op naar Wabo, wat met motorboot zo’n 8u varen landinwaarts ligt. Opnieuw was het een indrukwekkende week. De mensen hier leken nog minder ontwikkeld dan de mensen die in de buurt van de zee wonen. Deze mensen vluchtten 10 jaar geleden nog de bosjes in als het patrol team langskwam. Dat is nu verleden tijd, maar de ontwikkeling lijkt hier nog steeds stil te staan. Regelmatig voeren we langs huisjes waar 3 vrouwen en een hele kinderklas naar ons zwaaiden en er 1 man was die het hele gezin runde. Family planning hebben de meeste vrouwen nog nooit van gehoord. Een vrouw bracht haar 15 jarige dochter naar het health center waar wij een dag kliniek draaiden. Het meisje had symtomen van een SOA en had een eenjarig kind. Op de vraag of ze nu family planning gebruikte en van safe seks had gehoord werd ontkennend geantwoord. Ze had wisselende vriendjes, maar wilde eerst haar school afmaken voor er meer kinderen kwamen. Family planning leek mij wel op z’n plaats, te meer omdat ze vast niet zomaar haar vriendjes gedag zou zeggen. Haar moeder antwoordde vervolgens ook ontkennend op de vraag of zij wel anticonceptie gebruikte. Ze had genoeg kinderen zei ze, ze wilde niet meer zwanger worden, maar over anticonceptie had ze nog nooit nagedacht. Over de gedachte dat zo tegelijk met haar dochter zwanger kon worden moest ze hard lachen. Nee toch, dat kon niet, ze had genoeg kinderen.
De mensen die we bezoeken op patrol wonen in kleine dorpjes langs de rivier. Het grootste deel van de tijd echter leven ze in hun bush house. Een extra huis dat ze ergens buiten het dorp hebben gebouwd, aan de rivier, om te vissen of in de tuinen eten te verzamelen. Het hele gezin vaart regelmatig op en neer, van het dorp naar het bush huis en andersom. Tijdens de patrol kwamen we dus langs dorpen die bijna leeg waren, iedereen was out in the bush. Op de terugweg besloten we dus bij elk bush huis dat we tegenkwamen te stoppen om kinderen te vaccineren. Hierbij maakten we voor het eerst kennis met de bush telefoon. Van het ene huis werd naar het volgende, een paar honderd meter verderop aan de andere kant van de rivier, geschreeuwd dat het Kapuna team gearriveerd was. Deze schreeuwden de informatie weer door naar de volgende etc. Een echte ouderwetse manier van communiceren, maar wel effectief! Je ringtone niet horen, of even in een meeting is hier geen excuus.
In een van de dorpjes zagen we een jongetje van een paar maanden oud. Hij was geboren in de bush, vandaar dat zijn ouders heb de naam ‘bushman’ hadden gegeven. Zijn achternaam, wat hier de voornaam van je vader is, was Son. Ook al zulke originele ouders. Bushman zou later maar naar de stad verhuizen, of misschien wel ergens gaan studeren mocht hij heel veel geluk hebben… voor de rest van zijn leven is hij een bosman. Bushman Son had diarree. We hebben hem behandeld. Ik hoop dat hij later een iets originelere naam voor zijn zoon bedenkt.
In de omgeving van Wabo is het de gewoonte dat als een vrouw moet bevallen dat ze alleen de bush in gaat. Hier blijft ze net zolang tot het kind er is. Niemand gaat met haar mee, ze moet alles zelf doen. Hoe vaak dit goed gaat en hoeveel vrouwen en kinderen dit niet overleven is niet duidelijk. Wij adviseren iedereen altijd naar Kapuna te komen om hier te bevallen, maar voor sommigen is de reis te ver of te duur. Een aantal weken geleden kwam er een vrouw binnen die drie dagen in de bush was verbleven om te bevallen. Omdat ze na drie dagen nog niet thuis was gekomen was haar man haar in de bush gaan zoeken, om te kijken of ze nog in leven was. Toen hij haar had gevonden heeft hij haar naar Kapuna gebracht, omdat terug naar de village zonder kind geen optie is. Hier in het ziekenhuis beviel ze dezelfde dag van een gezond kind.
Vika kan steeds beter lopen. Nog niet zonder hulp, maar dat duurt niet lang meer denk ik. Ze klimt overal op en vindt het fantastisch om te lopen. Zodra we buiten zijn zet ze het op een rennen. Het zou mij niet verbazen als ze eerder rent dan loopt 😉