Lokale lekkernijen

Al eerder schreven we over de markt op een steenworp afstand van onze compound. Dagelijks komen hier locals heen van heinde en verre om hun producten aan de man te brengen. Aangezien het klimaat en de bodem weinig geschikt is voor verbouw van groenten, komt bijna alle groente uit de ‘mountains’ op meer dan een dagreis hiervandaan. Bovendien zien veel Gulf people de noodzaak van de groenteteelt niet in, waardoor groente hier ook niet echt een kans krijgt.

Fruit dat hier het hele jaar door van nature groeit en dus weinig zorg en aandacht vereist zijn bananen, kokosnoten en papaya. Andere soorten fruit, waarvan velen voor ons onbekend, zijn seizoensgebonden en daarom minder populair voor de teelt. Locals kappen ergens langs de rivierdelta een stukje jungle weg om er wat bananenplanten en palmbomen te planten. Andere palmsoorten zijn ook populair vanwege hun sago (palmmeel) of betelnoot. Tenslotte zijn er ook nog de greens. Bladeren van sommige bomen die per bundeltjes worden verkocht voor 50 toya (15 eurocent) vormen ook een stabiele inkomstenstroom op de markt. Naast de groenten en fruit, bevat de rivier een overschot aan vis, krabben en garnalen. Onlangs is er zelfs een heuse tilapia viswedstrijd georganiseerd, om duidelijk te maken dat de tilapia een invasieve vissoort is die pas sinds enkele jaren in de rivierdelta voorkomt en inheemse soorten bedreigd.

Ook het jagen in de jungle op cassowaries (grote loopvogels) en bush pigs (soort everzwijnen) vormt een populaire bezigheid en kan voor de geoefende jager een flinke duit opleveren. Een stukje rib van een bush pig met amper vlees wordt soms aangeboden voor 20 kina (6 euro). Ongevaarlijk is dat overigens niet, want de bush pigs geven zich niet gemakkelijk over. Diverse keren heeft Erica al slachtoffers moeten behandelen van een bush pig aanval. Als je pezen je lief zijn, blijf je uit de buurt van een opgejaagde bush pig. Overigens wordt bijna elk dier waar vlees aan zit wel opgegeten. Zo blijkt pythonvlees onversmaadbaar, en beginnen locals ook spontaan te watertanden van het vlees van de krokodil of kwetsbare pig nose turtle. En voor de hobbyjager is er altijd nog de ‘gemakkelijke’ manier van jagen. Na zonsondergang strijken vele flying foxes (reusachtige vleermuizen) neer in één van de fruitbomen op de rivierhelling langs onze compound. Sommige collega’s trekken er gewapend met een katapult op uit voor een nachtelijke wandeling. Niets is lekkerder dan een sappig stukje vleermuis, aldus onze buurman.

Als je de locals vraagt naar hun favoriete voedsel, dan krijg je vrijwel altijd de reactie terug ‘Sago is our stable food’. Het is bijna onvoorstelbaar hoe minzaam er wordt gesproken over dit palmmeel dat wordt gewonnen uit het binnenste van de sago-palmboom. De gehele boom wordt hiervoor omgekapt en de vezels in het binnenste van de boom worden losgeschraapt. De vezels worden met behulp van een machete versplinterd tot zaagsel en op een zeef gegooid. Op het zaagsel wordt water gegoten en als het zaagsel wordt uitgeknepen stroomt er sago-sap door de zeef via diverse basins van bananenplantbladeren naar beneden. Dit proces wordt diverse kerken herhaald totdat het zaagsel volledig is uitgeknepen. De daadwerkelijke sago is het bezinksel dat neerslaat in de basins. Wanneer het water wordt verwijderd blijft er een meelproduct over dat in gevlochten manden wordt verkocht op de markt. Het meel kan volgens de locals op honderd verschillende manieren worden bereidt. Erica en ik beperken ons tot het maken van knapperige pannenkoeken van de sago, die overigens verrassend goed smaken. Naast het palmmeel worden ook sago-snacks aangeboden op de markt, vaak gemengd met vis, banaan of kokosnoot. Alhoewel het winningsproces enorm arbeidsintensief is, beschouwd men sago als dankbaar voedsel vanwege de voortdurende beschikbaarheid.

Ook de greens zijn een nieuw concept voor ons. Voor het ongeoefende oog lijkt het net alsof willekeurige bomen van hun bladeren zijn beroofd en te koop worden aangeboden. Greens slinken net als onze spinazie en vormen een goedkope bron van nutriënten in een maaltijd van sago of rijst. Sommige greens worden slijmerig of papperig terwijl andere hun bite behouden. De greens worden vaak bereidt door ze op smaak te brengen met kokosnoot cream of maggi cubes (bouillonblokjes). Langzamerhand leren we onze favoriete greens herkennen tussen de bergen met bladeren.

Andere palmboom producten zijn kokosnoot en betelnoot. De eerste wordt hier massaal gebruikt om de maaltijden op smaak te brengen. Lenige jongemannen met hun enkels aan elkaar geknoopt klimmen eenvoudig omhoog voor de kokosnoten. Het sap van de onrijpe exemplaren (green coconuts) wordt gedronken en het vruchtvlees uit de rijpe kokosnoten wordt gebruikt voor het op smaak brengen van de maaltijden. Hiervoor wordt de kokosnoot ontdaan van de dikke bast, in twee stukken getikt met een machete en met een schraper het vruchtvlees verwijderd. Inmiddels hebben we ook al wat handigheid verworven in het coconut scraping. Wij gebruiken de kokosnoot echter voornamelijk voor het bakken van kokoskoek of kokoscake.

De betelnoot is het zaad van de palm, heeft een bittere smaak en is rood van kleur. De onrijpe noot is erg geliefd bij locals vanwege de opwekkende werking. De noot wordt vaak geconsumeerd met ongebluste kalk om de werkzaamheid te vergroten. Bij het kauwen ontstaat een rode pasta die het speeksel vuurrood kleurt. Bij chronisch gebruik verkleuren de tanden rood. De kauwresten worden na consumptie uitgespuugd, wat zorgt voor allemaal rode spuugplekken op de grond. Sommige locals kauwen vrijwel continu op de noten. Vanwege het opwekkende effect, de gebitschade, verhoogde kans op kanker en de smerige rode spuugvlekken is het kauwen van betelnoot op onze compound verboden.

Hoewel de meeste lekkernijen ook aan ons zijn besteedt, laten we de betelnoten voor wat ze zijn.

kapuna-in-ontwikkeling

Laat een reactie achter

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *

Translate »